wijnbegrippen

Smaakcategorie voor droge mousserende wijnen met minder dan 12 gram restsuiker per liter.

Niet-gecultiveerde gistsoort die met name rode wijn kan besmetten en dan bepaalde aroma’s en smaken oplevert

Een schimmel

In de grote wijnregio Bordeaux worden maar heel weinig wijnen van één druivenras gemaakt

Het gewicht van een wijn in de mond

Mengsel (Frans: assemblage) van wijnen van verschillende druivenrassen. Het idee erachter is dat de uiteindelijke wijn daardoor interessanter en beter wordt: de verschillende druivenrassen dragen elk iets essentieels bij aan de wijn.

Mousserende of stille witte wijn die gemaakt is van blauwe druiven – het sap daarvan is kleurloos

Een (meestal) mousserende wijn die helemaal gemaakt is van witte druiven

Het onderhoud van de loofwand van een druivenstok.

Druiventeelt waarbij geen synthetisch geproduceerde meststoffen en bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden en ook geen genetisch gemodificeerd plantmateriaal. Ziektes worden zoveel mogelijk voorkomen door goed wijngaardbeheer

In de EU: wijn gemaakt van biologisch geteelde druiven

Druiventeelt die gebaseerd is op het gedachtengoed van Rudolf Steiner. Biodynamie gaat uit van een samenhang tussen mens

Kleine vaste deeltjes in een wijn

Een aantal producenten – onder wie toppers als Pétrus in Pomerol – keert voor zijn kuipen of tanks terug naar een materiaal dat voor de opkomst van roestvrij staal veel gebruikt werd: beton. Beton is goedkoop

Officiële Duitse term voor Duitse wijngebieden

Een zoete wijn uit Duitsland of Oostenrijk. De wijn mag deze titel alleen dragen als hij aan wettelijke voorschriften voldoet: de druivenmost moet een bepaalde zoetheidsgraad hebben

Het doorroeren van de lie: het bezinksel van dode gistcellen en andere vaste deeltjes onder in een vat wijn.

Eikenhouten vat met een inhoud van 225 liter

Een moderne verpakking van wijn: een plastic zak die in een kartonnen doos hangt